Als je wilt afslanken, krijg je al snel te maken met calorieën. Maar helpt calorieën tellen nu eigenlijk bij het afslanken? In dit artikel zetten we de sleutels tot succesvol afslanken op een rij.
Wat zijn calorieën?
Calorieën zijn de maat waarin we energie uitdrukken. De energie die we binnenkrijgen met eten en drinken en de energie die we verbranden met activiteiten en lichaamsprocessen. Technisch gezien is 1 calorie de hoeveelheid energie die nodig is om de temperatuur van 1 gram water te verhogen met 1 graad Celsius.
Naast de term calorieën, kom je ook regelmatig de term kilocalorieën tegen, wat afgekort wordt als kcal. Een kilocalorie komt overeen met 1000 calorieën. Tegenwoordig wordt energie in joule uitgedrukt. 1 (kilo)calorie is gelijk aan 4,18 (kilo)joule.
Een calorietekort om af te vallen
Om af te vallen heb je een calorietekort nodig. Ofwel minder calorieën binnenkrijgen dan je verbrandt. Hierdoor is calorieën tellen zeker nuttig. Als je allerlei dieettechnieken gebruikt maar tegelijkertijd te veel calorieën blijft eten, zal je niet afslanken.
Om effectief een calorietekort te creëren moet je als eerste weten hoeveel calorieën je nodig hebt. De algemene richtlijn is 2000 calorieën per dag voor vrouwen en 2500 calorieën per dag voor mannen. De exacte behoefte verschilt echter per persoon en hangt onder andere af van je activiteiten, lichaamsbouw en leeftijd.
Hier vind je een handige rekentool en extra informatie.
Vervolgens zorg je ervoor dat je minder calorieën binnenkrijgt dan je nodig hebt. Als je dagelijks 2200 calorieën nodig hebt, kan je er bijvoorbeeld voor kiezen om dagelijks 1600 calorieën te eten en drinken.
Meer sleutels tot succes
Dat klinkt eenvoudig: zorg ervoor dat de input lager is dan de output. Als je alleen deze strategie gebruikt, kan je wel afslanken, maar vaak maak je het dan alleen onnodig moeilijk voor jezelf.
Je kan afslanken namelijk een stuk makkelijker maken door ook de andere sleutels tot succesvol afslanken te gebruiken. Niet alle calorieën zijn namelijk hetzelfde en de snelheid waarmee je lichaam vet opslaat en verbrandt, wordt ook door andere factoren beïnvloedt.
Hieronder hebben we de andere belangrijke sleutels tot succesvol afslanken voor je op een rij gezet.
1: Minder suiker
Suiker is een van de belangrijkste dikmakers. Beperk je suikerinname daarom tot een minimum.
2: Verdeling van macronutriënten
Zorg ervoor dat je zo min mogelijk simpele koolhydraten binnenkrijgt, een beperkte hoeveelheid complexe koolhydraten en meer eiwitten en gezonde vetten.
3: Minder honger
Je calorie-inname verlagen is natuurlijk een stuk makkelijker als je minder honger hebt. Dit bereik je door veel vezels te eten en voldoende eiwitten en gezonde vetten. Ook het beperken van suiker en simpele koolhydraten helpt hierbij, omdat deze eetbuien in de hand werken.
4: Geen tekorten
Zorg ervoor dat je lichaam geen voedingsstoffen tekortkomt. Hoe gezonder je lichaam, hoe makkelijker het is om af te slanken. Denk hierbij niet alleen aan vitamines en mineralen, maar ook aan omega 3-vetzuren.
5: Een goede nachtrust
Een slechte nachtrust kan afslanken een stuk moelijker maken en is bovendien erg ongezond. Zorg ervoor dat je iedere nacht zo’n 8 uur slaapt.
6: Natuurlijke voeding
Kies voor natuurlijke voeding. Die bevatten meer gezonde voedingsstoffen. Over het algemeen verzadigt natuurlijke voeding ook een stuk beter.
7: Niet bang zijn voor calorierijk eten
Dat je je calorie-inname beperkt, hoeft zeker niet te betekenen dat je al het calorierijke eten laat staan. Dan loop je namelijk veel gezonde voeding mis die je juist kan helpen bij het afslanken. Avocado’s, vette vis, eieren en noten bevatten bijvoorbeeld veel calorieën, maar passen prima in een afslankdieet.
Kort samengevat
Om af te slanken is het belangrijk dat je minder calorieën binnenkrijgt dan je nodig hebt. Staar jezelf hier echter niet blind op: er zijn meer sleutels tot succes. Door deze allemaal toe te passen wordt afslanken veel makkelijker en bovendien komt het je gezondheid ten goede.
Bronnen: Buchholz AC, Schoeller DA, Am J Clin Nutr, 2004. Aude YW, Agatston AS, Lopez-Jimenez F, Lieberman EH, Marie Almon, Hansen M, Rojas G, Lamas GA, Hennekens CH, Arch Intern Med, 2004. Howarth NC, Saltzman E, Roberts SB, Nutr Rev, 2001.
