Het lijkt erop dat JavaScript is uitgeschakeld. Schakel dit in om ervoor te zorgen dat deze website correct werkt.

Blaasstenen

Een blaassteen, door medici ook dikwijls als een cystoliet genoemd, is een steen (calculus) die zich in de urineblaas zit. Het hebben van blaasstenen wordt aangeduid met de term cystolithiasis. Blaasstenen komen drie keer vaker voor bij mannen dan bij vrouwen, en in het bijzonder wanneer zij ouder zijn dan 45 jaar. Als je al ooit blaasstenen hebt gehad dan is de kans op recidive groter dan wanneer je nog niet eerder met deze aandoening te maken hebt gehad.

Symptomen van blaasstenen

In bepaalde gevallen kunnen blaasstenen klachten geven, maar het kan eveneens gebeuren dat deze per toeval aan het licht komen. In het laatste geval zijn er waarschijnlijk geen klachten die in de richting van blaasstenen konden wijzen.

Op het moment dat er wel symptomen of klachten zijn dan bestaan deze in de regel uit:

  • een flinke, vaak golvende, pijn: onder in je buik; in je rug; in je heupen
  • problemen met plassen,
  • misselijkheid,
  • overgeven,
  • een verhoogde lichaamstemperatuur (koorts),
  • pijn tijdens het plassen (strangurie),
  • vaker dan normaal moeten plassen (pollakisurie),
  • bloed in de urine (hematurie).

Oorzaken van blaasstenen

  • Op het moment dat chemische stoffen in je urineblaas gaan uitkristalliseren. Dit zal voornamelijk gebeuren wanneer je urine erg geconcentreerd is.
  • Bij mannen, die last hebben van een vergrote prostaat, zullen vaker blaasstenen ontstaan omdat de snelle uitstroom van urine door de prostaat belemmerd wordt, en de opgeloste stoffen in de urine eerder kunnen uitkristalliseren.
  • Om een soortgelijke reden zullen er ook vaker blaasstenen worden geconstateerd bij mensen met een dwarslaesie, of andere aandoeningen bij wie de urineblaas dikwijls onvoldoende geleegd wordt. Ook in dit soort gevallen zal de urine langere tijd in de urineblaas achterblijven en meer tijd krijgen om uit te kristalliseren.
  • Mensen die last hebben van blaasdivertikels of die kampen met een chronisch ontstoken urineblaas lopen ook meer risico om blaasstenen te vormen.
  • Wanneer je langere tijd een katheter in je urineblaas draagt, zal ook de kans op blaasstenen groter worden. Dit heeft wellicht te maken met de irritatie van de blaaswand en de chronische ontsteking die daar het gevolg van kan zijn.
  • Verder kan een blaassteen ook nog een niersteen zijn die naar de urineblaas is afgedaald. Eventueel kan deze niersteen in de urineblaas in de loop der tijd groter zijn geworden.

Soorten blaasstenen

Er bestaan een heleboel soorten blaasstenen. De soort zal worden bepaald door de chemische samenstelling ervan. Stoffen die een blaassteen kunnen vormen zijn:

  • Calciumfosfaat,
  • Calciumoxalaat,
  • Calciumhydroxyfosfaat,
  • Ammoniummagnesiumfosfaat,
  • Urinezuur,
  • Magnesiumfosfaat,
  • Ammoniumfosfaat.

Niet alle blaasstenen hebben hetzelfde formaat, ze kunnen zelfs sterk in afmeting variëren. Een blaassteen kan solitair voorkomen, maar eveneens kan het gebeuren dat je er meerdere tegelijk hebt. De samenstelling is bepalend voor de hardheid en het uiterlijk van een blaassteen. Bepaalde soorten blaasstenen zijn bijvoorbeeld erg hard en hebben een glad oppervlak, terwijl andere stenen juist grillig van vorm zijn met allerlei uitsteeksels. Daarnaast komen er ook blaasstenen voor die erg week zijn.

Het stellen van de diagnose blaasstenen

Om de diagnose blaasstenen te kunnen stellen dient er een urineonderzoek gedaan te worden. Bij dit onderzoek zullen erg kleine steentjes, (gruis) herkend kunnen worden. Maar ook door het maken van een echo(grafie), röntgenfoto’s of een cystoscopie kunnen blaasstenen aan het licht komen. Maar ook door middel van een intraveneus pyelogram (IVP) of een CT-scan kunnen blaasstenen aan worden getoond.

Hoe voorkom je blaasstenen?

De beste manier om blaasstenen te voorkomen is door te voorkomen dat er zich sterk geconcentreerde urine in je urineblaas bevindt. Door veel te drinken je nieren dan namelijk sterker verdunde urine aanmaken en daarnaast zul je meer moeten plassen. Vaker plassen betekent dat ook de urine doorstroom groter zal zijn en daardoor de urine korter in de urineblaas blijft zitten.
Om de kans op blaasstenen nog verder te beperken, zul je het gebruik van katheters zoveel mogelijk dienen te beperken en dien je de oorzaken van de stagnatie van de urinestroom overal waar mogelijk is te verhelpen.

Je lichaamshouding tijdens het plassen

Je lichaamshouding is van grote invloed op het plassen. Zo kan een verkeerde lichaamshouding er bijvoorbeeld voor zorgen dat je je urineblaas net goed leeg kunt maken. Voor mannen betekent dit bijvoorbeeld dat zij beter zittend kunnen plassen om zo zeker te zijn van een volledige lediging van hun urineblaas.

Behandelen van blaasstenen

Blaasstenen hoeven, als ze geen klachten geven, niet altijd behandeld te worden. Indien er wel klachten zijn dan kunnen kleine exemplaren gewoon worden uitgeplast na veel drinken. Grotere blaasstenen dien te worden vergruisd met laserstralen of geluidsgolven. Restjes blaassteen worden uit de urineblaas gespoeld of later uitgeplast. Extreem grote blaasstenen vereisen overigens altijd een operatieve verwijdering.